De nieuwe partij Liberaal Sociaal Democraten (LSD) krijgt ook een afdeling in de deelgemeente Hoogvliet. De LSD is een initiatief van onder meer voormalig Leefbaar Rotterdam deelraadslid Johan Soyer uit Prins Alexander. Hij stapte eerder dit jaar uit de fractie uit onvrede over het optreden van zijn partij. Soyer had zich aangesloten bij deelraadslid Danny Sombeek, die uit Leefbaar in Charlois was gestapt.
In Hoogvliet gaat de uit de PvdA vertrokken Sahin Unal (21) een afdeling oprichten. Unal was afdelingsvoorzitter bij de PvdA. Volgens hem was er bij de partij weinig plek voor een eigen mening (ik hoor niets nieuws!). Unal; "Ik werk op een basisschool en merk bijvoorbeeld dat kinderen thuis niet ontbijten (ik hoor nog steeds niets nieuws!). Dat vind ik belangrijk om aan te kaarten. Tot nu toe lukte dat niet. In de deelraad praten ze liever over de aanpak van hondenpoep." Wat, lukte dat niet?? Hoe is dat nou mogelijk?!!!
Mijn grote vraag is dan wat hij de afgelopen jaren heeft gedaan. Er zat een fantastische wethouder in Rotterdam, Leonard Geluk, die letterlijk dezelfde uitspraken had en daar met 200% inzet zijn beleid op inzetten. Vreemd om nu te constateren dat Unal zich hier nu pas hard voor gaat maken.. Erg origineel is het niet! Erg veel vertrouwen in zijn vertegenwoordiging heb ik ook niet. Als je nu pas iets aankaart, waar al jaren aan gewerkt wordt door de vorige wethouder, dan heb je de afgelopen 5 jaar gewoon liggen slapen! Waar was zijn steun en inbreng de afgelopen jaren?? In plaats van een stap verder te gaan in deze kwestie en een stap in voorwaartse richting te doen, doet hij een sprint achteruit. Wil hij nou opnieuw het wiel uitvinden of wil hij soms pronken met andermans veren? In allebei de gevallen verdient hij weinig sympathie!
Dat hij bij de PvdA zijn zegje niet kon doen verbaast me enorm, de fractie bestaat toch niet uit maar een een handjevol leden?? Overigens doet de gemiddelde raadsvergadering (zowel in de deelgemeente als in de gemeenteraad) dat wel vermoeden. Het gross van de leden van de grotere fracties voegen nooit wat toe in de raad. Ik mag hopen dat zij zich intern hebben kunnen uitspreken, want binnen de verschillende raden gebeurd dit vrijwel nooit.
Soms vraag ik me weleens af wat nou de toegevoegde waarde is van sommige raadsleden tijdens een raadsvergadering. Er zijn raadsleden (voornamelijk binnen de PvdA en Leefbaar), die ik de afgelopen jaren werkelijk nog nooit iets heb horen zeggen. Hebben zij geen mening soms of zijn ze het werkelijk altijd unaniem eens? Blijkbaar is het bezet houden van een stoel en voor de rest geen toegevoegde waarde hebben in de raadsvergadering genoeg om je vertegenwoordiger van de burger te mogen noemen.
Dan zijn kleinere fracties toch prettiger, want daar kan en mag iedereen zijn zegje doen, wat dan ook gebeurd binnen de raadsvergaderingen. Dit geeft mij overigens meteen nog een reden om gelukkig gestemd te zijn met het feit dat niet is ingestemd met het verkleinen van de deelraden en de gemeenteraad. Stel dat de kleinere partijen er niet meer waren geweest, dan waren de raadsvergaderingen meer gaan lijken op een één op één gesprek, dan op een serieuze raadsvergadering, waar we nog steeds de burgers vertegenwoordigen. Helaas lijken sommige raadsleden dit nog weleens uit ht oog te verliezen. Hoe kan je burgers vertegenwoordigen door nooit input op raadsvergadering te leveren/hebben?
Wellicht zegt dit meer over de kwantiteit, dan over de kwaliteit van de grotere fracties. Wellicht moet je je dan afvragen of deze fracties nog wel zo groot moeten blijven. Iets concreets toevoegen doet de meerderheid van de raadsleden niet en komt het over het algemeen op een handje vol mensen aan. Wellicht wordt het bij de komende verkiezingen eens tijd dat de kleinere fracties het gaan doen. Deze hebben tenslotte al jaren een hele steunfractie achter zich en hoeven dus niet meer allerlei kandidaten te ronselen om de lijsten een beetje vol te krijgen. De huidige grote partijen moeten dit wel en dat zie je simpelweg terug in de raadsvergaderingen!
vrijdag 17 juli 2009
vrijdag 10 juli 2009
Iedereen kan en/of mag ondernemer worden
Er zijn verschillende politici die zich afvragen of het nou wel zo goed is voor de ondernemerswereld, dat iedereen maar gewoon ondernemer kan worden. Specifieke diploma’s zijn niet meer nodig en er ontstaat een soort branchevervaging.
Dominic Schrijer, wethouder in Rotterdam (werk, sociale zaken en grotestedenbeleid, PvdA) stelt dat men te makkelijk een eigen onderneming kan en mag starten. Hiermee doelt hij voornamelijk op de afgelopen gebeurtenissen in de taxibranche in Amsterdam.
Hij stelt dat de problemen overal spelen. Hij zegt dat te weten, omdat hij lid is van de landelijke stuurgroep interventieteams. Dat is een groep waarin onder meer gemeenten, Belastingdienst en UWV samenwerken om zwart werk, misstanden op de werkvloer en illegale arbeid aan te pakken. ‘We zien een patroon.’
Natuurlijk komen dit soort zaken overal voor, ook in Rotterdam, maar ligt de oorzaak nu bij het feit dat je te makkelijk een taxibedrijf kunt beginnen of is er wellicht iets mis met het gedrag van de taxichauffeur.
Ook ondernemers die speciaal geschoold zijn om een eigen onderneming te starten kunnen en gaan ten onder. Dat is niet gerelateerd aan zwart werken of illegale arbeid. Sterker nog, ik denk dat iemand die ook nog eens geschoold is in het ondernemen alleen maar beter weet hoe hij/zij “oneerlijk” moet ondernemen.
Daarnaast is het in een huidige economisch slechte tijd niet verstandig om eigen ondernemerschap tegen te houden en weer opnieuw te reguleren. Wanneer iemand niet geschikt blijkt te zijn voor het ondernemerschap, zal dit snel genoeg blijken uit de resultaten van de onderneming.
Overigens zijn er binnen de groep Rotterdammers die hun baan dreigen te verliezen of al kwijt zijn een flink aantal potentiële ondernemers. In plaats dat ze een WW uitkering aanvragen en de Rotterdamse gemeente geld kosten hebben ze het lef en de moed om voor zichzelf te beginnen. Het enige dat het WERKbedrijf dient te doen is hen in de beginfase ondersteunen met het opzetten van het bedrijf, daarna zijn ze weg bij het UWV.
Dit zou toch in lijn moeten liggen met de plannen van het huidige College, waarin alles wordt gedaan om mensen aan het werk te houden. Bijzonder om te constateren dat de wethouder met zulke demotiverende uitspraken en oplossingen komt. Dit in een tijd dat alle zeilen bijgezet moeten worden en de Rotterdammer vertrouwen moet krijgen. Overigens blijkt wel dat de wethouder oplossingen aandraagt die op los zand gebaseerd zijn, want zowel MKB Nederland, als het Ministerie van Economische Zaken spreken hem in alle toonaarden tegen.
Ik wil mij toevoegen aan dat rijtje, want ik vind het getuigen van moed en lef als je in de huidige tijd voor jezelf durft te beginnen in plaats van je handje op komen houden bij de gemeente. De wethouder zou moeten opkomen voor degenen die wel graag willen en daar hard voor werken. Ondernemen is risico’s nemen en dat nemen deze mensen tenminste! En ja, ook ik vind zo’n geval in de taxi niet kunnen, maar daar zullen gepaste maatregelen voor genomen moeten worden, zo ook voor de problemen in Rotterdam, zoals de wethouder stelt, maar niet met gebakken lucht!
Het is de meerderheid die wel serieus bezig is met ondernemen. Met de oplossingen van de wethouder zullen wéér de goeden onder de kwaden lijden. In Nederland zijn we altijd bezig met het maken van regels als het fout gaat, maar die regels worden dan wel zo opgesteld dat het op de kwaden nagenoeg geen effect heeft en voor de goeden bijna onmogelijk wordt gemaakt. Dit zie je terug in de oplossing van de wethouder, die met extra diploma’s probeert het zwart werken tegen te gaan. Gebakken lucht! Als er boekhoudkundig onjuist wordt gehandeld zal de belastingdienst moeten optreden!!! Wellicht moeten de diensten beter aangestuurd worden????
Dominic Schrijer, wethouder in Rotterdam (werk, sociale zaken en grotestedenbeleid, PvdA) stelt dat men te makkelijk een eigen onderneming kan en mag starten. Hiermee doelt hij voornamelijk op de afgelopen gebeurtenissen in de taxibranche in Amsterdam.
Hij stelt dat de problemen overal spelen. Hij zegt dat te weten, omdat hij lid is van de landelijke stuurgroep interventieteams. Dat is een groep waarin onder meer gemeenten, Belastingdienst en UWV samenwerken om zwart werk, misstanden op de werkvloer en illegale arbeid aan te pakken. ‘We zien een patroon.’
Natuurlijk komen dit soort zaken overal voor, ook in Rotterdam, maar ligt de oorzaak nu bij het feit dat je te makkelijk een taxibedrijf kunt beginnen of is er wellicht iets mis met het gedrag van de taxichauffeur.
Ook ondernemers die speciaal geschoold zijn om een eigen onderneming te starten kunnen en gaan ten onder. Dat is niet gerelateerd aan zwart werken of illegale arbeid. Sterker nog, ik denk dat iemand die ook nog eens geschoold is in het ondernemen alleen maar beter weet hoe hij/zij “oneerlijk” moet ondernemen.
Daarnaast is het in een huidige economisch slechte tijd niet verstandig om eigen ondernemerschap tegen te houden en weer opnieuw te reguleren. Wanneer iemand niet geschikt blijkt te zijn voor het ondernemerschap, zal dit snel genoeg blijken uit de resultaten van de onderneming.
Overigens zijn er binnen de groep Rotterdammers die hun baan dreigen te verliezen of al kwijt zijn een flink aantal potentiële ondernemers. In plaats dat ze een WW uitkering aanvragen en de Rotterdamse gemeente geld kosten hebben ze het lef en de moed om voor zichzelf te beginnen. Het enige dat het WERKbedrijf dient te doen is hen in de beginfase ondersteunen met het opzetten van het bedrijf, daarna zijn ze weg bij het UWV.
Dit zou toch in lijn moeten liggen met de plannen van het huidige College, waarin alles wordt gedaan om mensen aan het werk te houden. Bijzonder om te constateren dat de wethouder met zulke demotiverende uitspraken en oplossingen komt. Dit in een tijd dat alle zeilen bijgezet moeten worden en de Rotterdammer vertrouwen moet krijgen. Overigens blijkt wel dat de wethouder oplossingen aandraagt die op los zand gebaseerd zijn, want zowel MKB Nederland, als het Ministerie van Economische Zaken spreken hem in alle toonaarden tegen.
Ik wil mij toevoegen aan dat rijtje, want ik vind het getuigen van moed en lef als je in de huidige tijd voor jezelf durft te beginnen in plaats van je handje op komen houden bij de gemeente. De wethouder zou moeten opkomen voor degenen die wel graag willen en daar hard voor werken. Ondernemen is risico’s nemen en dat nemen deze mensen tenminste! En ja, ook ik vind zo’n geval in de taxi niet kunnen, maar daar zullen gepaste maatregelen voor genomen moeten worden, zo ook voor de problemen in Rotterdam, zoals de wethouder stelt, maar niet met gebakken lucht!
Het is de meerderheid die wel serieus bezig is met ondernemen. Met de oplossingen van de wethouder zullen wéér de goeden onder de kwaden lijden. In Nederland zijn we altijd bezig met het maken van regels als het fout gaat, maar die regels worden dan wel zo opgesteld dat het op de kwaden nagenoeg geen effect heeft en voor de goeden bijna onmogelijk wordt gemaakt. Dit zie je terug in de oplossing van de wethouder, die met extra diploma’s probeert het zwart werken tegen te gaan. Gebakken lucht! Als er boekhoudkundig onjuist wordt gehandeld zal de belastingdienst moeten optreden!!! Wellicht moeten de diensten beter aangestuurd worden????
Jongeren met chlamydia extreem hoog in Rotterdam
ROTTERDAM - De GGD kwam vorige week met het nieuws dat Rotterdam het hoogste aantal chlamydiabesmettingen onder jongeren heeft. Uit de resultaten van de uitgebreide chlamydiascreening, die april vorig jaar van start ging, blijkt dat het aantal besmettingsgevallen in Rotterdam aanmerkelijk hoger is dan elders in Nederland.
Vooral het aantal jongeren onder de 20 jaar dat de geslachtsziekte heeft, blijkt hoger dan in de rest van het land, 8,6 tegenover 7,3 procent. Opvallend is het hoge percentage meisjes onder de 20 jaar dat positief is getest: landelijk 8 procent, in Rotterdam bijna 10 procent. Zo’n 100.000 Rotterdamse jongeren werden via een brief uitgenodigd om deel te nemen aan de eerste ronde van het grote chlamydia-onderzoek. Ze konden via internet een testpakket aanvragen. Uiteindelijk deden ruim 16.000 Rotterdamse jongeren mee. Autochtone jongeren reageerden het vaakst, gevolgd door Antilliaans/Arubaanse en Surinaamse jongeren. Marokkaanse en Turkse jongeren deden nauwelijks mee. Onder jongeren van Antilliaans/Arubaanse en Surinaamse afkomst zijn de percentages relatief hoger dan bij autochtone jongeren, aldus de GGD.
Het CDJA Rotterdam maakt zich hier ernstige zorgen om. De GGD heeft ook aangegeven dat onderzocht gaat worden waarom dit zo is. Een goede zaak vindt het CDJA, maar er zal wel vaart achter gezet moeten worden. We hopen in ieder geval dat dit onderzoek niet te lang op zich zal laten wachten, want de nood is hoog als we de cijfers moeten geloven. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek zullen we de gemeenteraad vragen om stappen te ondernemen om deze cijfers terug te dringen.
“Ik heb het gevoel dat deze grote groep jongeren niet beseft wat de risico’s en de gevolgen van Chlamydia zijn en dat is zorgelijk. Het is niet voor niets de meest voorkomende soa in Nederland en het blijkt ook uit het aantal respondanten. Van de 100.000 jongeren die zijn uitgenodigt hebben er maar 16.000 deelgenomen. Ze zijn zich dus blijkbaar niet goed bewust van het enorme belang dat dit onderzoek heeft”, aldus Alex Hallema , secretaris en vicevoor-zitter van het CDJA Rotterdam.
De jongeren konden het resultaat online opvragen. Als blijkt dat iemand positief test op chlamydia, kan hij of zij een verwijsbrief uitprinten om zich te laten behandelen bij de huisarts of de soakliniek. Inmiddels is de tweede ronde van de chlamydiascreening van start gegaan. Volgend jaar moet duidelijk worden wat dit voor effect heeft gehad op de verspreiding van de geslachtsziekte in Rotterdam.
De meeste mensen merken de infectie niet op. Daardoor kan die zich bij onbeschermde seks snel verspreiden. Op langere termijn kan het bij vrouwen leiden tot onvruchtbaar-heid en buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Bij mannen kan het een ontsteking aan de prostaat en bijbal veroorzaken.
http://www.ggdgezondheidsinfo.nl/dossiers.asp?regioid=&dossierid=19
Vooral het aantal jongeren onder de 20 jaar dat de geslachtsziekte heeft, blijkt hoger dan in de rest van het land, 8,6 tegenover 7,3 procent. Opvallend is het hoge percentage meisjes onder de 20 jaar dat positief is getest: landelijk 8 procent, in Rotterdam bijna 10 procent. Zo’n 100.000 Rotterdamse jongeren werden via een brief uitgenodigd om deel te nemen aan de eerste ronde van het grote chlamydia-onderzoek. Ze konden via internet een testpakket aanvragen. Uiteindelijk deden ruim 16.000 Rotterdamse jongeren mee. Autochtone jongeren reageerden het vaakst, gevolgd door Antilliaans/Arubaanse en Surinaamse jongeren. Marokkaanse en Turkse jongeren deden nauwelijks mee. Onder jongeren van Antilliaans/Arubaanse en Surinaamse afkomst zijn de percentages relatief hoger dan bij autochtone jongeren, aldus de GGD.
Het CDJA Rotterdam maakt zich hier ernstige zorgen om. De GGD heeft ook aangegeven dat onderzocht gaat worden waarom dit zo is. Een goede zaak vindt het CDJA, maar er zal wel vaart achter gezet moeten worden. We hopen in ieder geval dat dit onderzoek niet te lang op zich zal laten wachten, want de nood is hoog als we de cijfers moeten geloven. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek zullen we de gemeenteraad vragen om stappen te ondernemen om deze cijfers terug te dringen.
“Ik heb het gevoel dat deze grote groep jongeren niet beseft wat de risico’s en de gevolgen van Chlamydia zijn en dat is zorgelijk. Het is niet voor niets de meest voorkomende soa in Nederland en het blijkt ook uit het aantal respondanten. Van de 100.000 jongeren die zijn uitgenodigt hebben er maar 16.000 deelgenomen. Ze zijn zich dus blijkbaar niet goed bewust van het enorme belang dat dit onderzoek heeft”, aldus Alex Hallema , secretaris en vicevoor-zitter van het CDJA Rotterdam.
De jongeren konden het resultaat online opvragen. Als blijkt dat iemand positief test op chlamydia, kan hij of zij een verwijsbrief uitprinten om zich te laten behandelen bij de huisarts of de soakliniek. Inmiddels is de tweede ronde van de chlamydiascreening van start gegaan. Volgend jaar moet duidelijk worden wat dit voor effect heeft gehad op de verspreiding van de geslachtsziekte in Rotterdam.
De meeste mensen merken de infectie niet op. Daardoor kan die zich bij onbeschermde seks snel verspreiden. Op langere termijn kan het bij vrouwen leiden tot onvruchtbaar-heid en buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Bij mannen kan het een ontsteking aan de prostaat en bijbal veroorzaken.
http://www.ggdgezondheidsinfo.nl/dossiers.asp?regioid=&dossierid=19
woensdag 8 juli 2009
Nieuwe jongerenaanpak in Rotterdam van start
Rotterdamse jongeren tot 27 jaar kunnen voor hulp bij het zoeken naar werk of een opleiding vanaf 1 juli 2009 voortaan op zes locaties in de stad terecht in plaats van één. De vijf werkpleinen in Rotterdam helpen de jongeren die relatief gemakkelijk aan het werk kunnen. Het Jongerenloket aan de Westblaak, dat sinds medio 2004 voor iedereen het aanspreekpunt was, blijft jongeren helpen die extra begeleiding of zorg nodig hebben bij het vinden van werk, opleiding of een andere dagbesteding. Op alle zes locaties werken de medewerkers van intake tot diagnose met dezelfde methodiek waarna jongeren zo nodig 'warm' worden overgedragen.
Met deze nieuwe aanpak voor jongeren is de samenwerking tussen de gemeente Rotterdam – de diensten Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) en SoZaWe – en UWV WERKbedrijf nog nauwer geworden.
Het doel van de Rotterdamse jongerenaanpak is om jongeren die geen werk hebben, niet op school zitten en vaak geen inkomen hebben weer op weg te helpen naar duurzame economische zelfstandigheid. Bij de begeleiding van jongeren staat onderwijs centraal en dus boven werk en inkomen. Daarnaast is het opsporen van jongeren en ze weer terug naar school begeleiden een belangrijke taak in de sluitende aanpak.
Het CDJA Rotterdam is blij met deze nauwere aanpak en steunt de diensten hier dan ook volop in. Ook is CDJA actief binnen de commissie Duurzaam Jongerenbeleid van de Rotterdamse Jongerenraad, waarin ook wordt gekeken naar de participatie van jongeren binnen Rotterdam. Hiervoor is dan ook een notitie overhandigd aan Wethouder Geluk genaamd “Duurzaam Jongeren Beleid”, waarin wordt opgeroepen tot een beleid waarin jongeren langdurig participeren in Rotterdam.
Het CDJA Rotterdam hoopt dat snel resultaten te merken zullen zijn van deze recente goede ontwikkelingen binnen Rotterdam!
Met deze nieuwe aanpak voor jongeren is de samenwerking tussen de gemeente Rotterdam – de diensten Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) en SoZaWe – en UWV WERKbedrijf nog nauwer geworden.
Het doel van de Rotterdamse jongerenaanpak is om jongeren die geen werk hebben, niet op school zitten en vaak geen inkomen hebben weer op weg te helpen naar duurzame economische zelfstandigheid. Bij de begeleiding van jongeren staat onderwijs centraal en dus boven werk en inkomen. Daarnaast is het opsporen van jongeren en ze weer terug naar school begeleiden een belangrijke taak in de sluitende aanpak.
Het CDJA Rotterdam is blij met deze nauwere aanpak en steunt de diensten hier dan ook volop in. Ook is CDJA actief binnen de commissie Duurzaam Jongerenbeleid van de Rotterdamse Jongerenraad, waarin ook wordt gekeken naar de participatie van jongeren binnen Rotterdam. Hiervoor is dan ook een notitie overhandigd aan Wethouder Geluk genaamd “Duurzaam Jongeren Beleid”, waarin wordt opgeroepen tot een beleid waarin jongeren langdurig participeren in Rotterdam.
Het CDJA Rotterdam hoopt dat snel resultaten te merken zullen zijn van deze recente goede ontwikkelingen binnen Rotterdam!
Aantal politici deelgemeenten blijft gehandhaafd
CDJA Rotterdamis blij met de uitkomst van de raadsvergadering van 25 juni 2009
Tijdens de raadsvergadering van donderdag 25 juni werd het voorstel “We kunnen zoveel beter” met betrekking tot de verbetering van de organisatie van het bestuur in Rotterdam en de wijziging van de deelgemeenteverordening 2002 besproken.
Het voorstel voor een efficiënter Rotterdams bestuur had instemming van de CDA-fractie op één punt na, namelijk het voorstel van het college om de deelraden te verkleinen en het aantal dagelijks bestuurders per deelgemeente te maximaliseren tot drie. Fractievoorzitter Karen Duys gaf in haar betoog aan dat het aantal deelraadsleden en bestuurders wat het CDA betreft gelijk kan blijven, want dat staat het beter besturen niet in de weg, maar maakt juist dat de gemeente beter bereikbaar wordt voor de Rotterdammers. “Een goed bestuur moet dichtbij de Rotterdammers staan, slagvaardig op zaken kunnen reageren en dat resultaat moet zichtbaar zijn op straat. Vermindering van het aantal deelraadpolitici leidt niet tot het beter besturen van de stad. Kleine partijen maken op deze manier bijna geen kans meer om een raadszetel te bemachtigen. Dit komt de democratie niet ten goede. Het verminderen van het aantal politici in de deelgemeenteraden is een symboolmaatregel die niet leidt tot verbetering van het totale stadsbestuur”.
Ook het CDJA Rotterdam steunde de fractie hierin. Ook wij (Rob Snijders en Alex Hallema) hebben ons veel bezig gehouden met dit stuk. Geregeld zijn we bij besprekingen geweest met de fractie om over een verbetering van de organisatie te praten. Daarin hebben we de bovengenoemde punten uitvoerig de revue laten passeren en hebben we onze stem als Rotterdamse Jongeren ook uitvoerig laten horen. Wij zijn blij om te lezen dat ook onze kritiek is meegenomen in de fractie en haar debatten.
De raad stemde in met het voorstel in met het voorstel tot hervorming van het deelgemeentebestel, maar het belangrijkste punt, een vermindering van het aantal politici in de deelgemeente haalde het niet. CDA, Groenlinks, D’66 Christen Unie en een meerderheid van de PvdA gaven aan dat het aantal deelraadsleden en dagelijks bestuurders moet worden gehandhaafd. Dit was voor het CDJA Rotterdam het grootste knelpunt! We zijn gehoord!!!!
Tijdens de raadsvergadering van donderdag 25 juni werd het voorstel “We kunnen zoveel beter” met betrekking tot de verbetering van de organisatie van het bestuur in Rotterdam en de wijziging van de deelgemeenteverordening 2002 besproken.
Het voorstel voor een efficiënter Rotterdams bestuur had instemming van de CDA-fractie op één punt na, namelijk het voorstel van het college om de deelraden te verkleinen en het aantal dagelijks bestuurders per deelgemeente te maximaliseren tot drie. Fractievoorzitter Karen Duys gaf in haar betoog aan dat het aantal deelraadsleden en bestuurders wat het CDA betreft gelijk kan blijven, want dat staat het beter besturen niet in de weg, maar maakt juist dat de gemeente beter bereikbaar wordt voor de Rotterdammers. “Een goed bestuur moet dichtbij de Rotterdammers staan, slagvaardig op zaken kunnen reageren en dat resultaat moet zichtbaar zijn op straat. Vermindering van het aantal deelraadpolitici leidt niet tot het beter besturen van de stad. Kleine partijen maken op deze manier bijna geen kans meer om een raadszetel te bemachtigen. Dit komt de democratie niet ten goede. Het verminderen van het aantal politici in de deelgemeenteraden is een symboolmaatregel die niet leidt tot verbetering van het totale stadsbestuur”.
Ook het CDJA Rotterdam steunde de fractie hierin. Ook wij (Rob Snijders en Alex Hallema) hebben ons veel bezig gehouden met dit stuk. Geregeld zijn we bij besprekingen geweest met de fractie om over een verbetering van de organisatie te praten. Daarin hebben we de bovengenoemde punten uitvoerig de revue laten passeren en hebben we onze stem als Rotterdamse Jongeren ook uitvoerig laten horen. Wij zijn blij om te lezen dat ook onze kritiek is meegenomen in de fractie en haar debatten.
De raad stemde in met het voorstel in met het voorstel tot hervorming van het deelgemeentebestel, maar het belangrijkste punt, een vermindering van het aantal politici in de deelgemeente haalde het niet. CDA, Groenlinks, D’66 Christen Unie en een meerderheid van de PvdA gaven aan dat het aantal deelraadsleden en dagelijks bestuurders moet worden gehandhaafd. Dit was voor het CDJA Rotterdam het grootste knelpunt! We zijn gehoord!!!!
Abonneren op:
Posts (Atom)